Richtlijn HIV
Deze pagina is het laatst bewerkt op 9 nov 2023 om 15:22. | Deze pagina is 33.594 maal bekeken.

Hiv-2 bij volwassenen: Behandeling en monitoring

Uit Richtlijnen HIV

(Verschil tussen bewerkingen)
Ga naar: navigatie, zoeken
(17 tussenliggende versies worden niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
-
De werkgroep verwijst hierbij naar de [http://aidsinfo.nih.gov/contentfiles/AdultandAdolescentGL.pdf Amerikaanse richtlijnen] (pagina 108: Considerations in managing patients with HIV-2 infections), waarbij de volgende opmerkingen worden gemaakt:  
+
Door de werkgroep wordt gekozen om bij behandeling van mensen met hiv-2 infectie af te wijken van de [https://clinicalinfo.hiv.gov/en/guidelines/adult-and-adolescent-arv/hiv-2-infection DHHS-richtlijn]&nbsp;(update: december 2019). <br>Adviezen met betrekking tot de behandeling en monitoring van patiënten met hiv-2 infectie zijn gebaseerd op het artikel van [https://clinicalinfo.hiv.gov/en/guidelines/adult-and-adolescent-arv/hiv-2-infection Berzow et al., Clin Infectious Dis, 2021], waar experts uit meerdere Europese landen aan hebben meewerkt. <br> <br>'''Monitoring van therapie-naïeve mensen met hiv-2 infectie'''
-
Belangrijkste aanvulling is ten aanzien van de groepen nieuwe antiretroviralen.  
+
*aantal CD4+ Ly 2-4 keer per jaar, afhankelijk van de klinische conditie, de vorige resultaten en de snelheid van de daling
 +
*plasma hiv-2-RNA (viral load) kwantitatief 2-4 keer per jaar (N. B. de commerciële hiv-1 RNA testen zijn niet geschikt om hiv-2 te meten, gaarne materialen opsturen naar het Erasmus MC voor de specifieke hiv-2 viral load assay)
 +
*Hiv-2 genotypering wordt aanbevolen
 +
*overweeg PBMC opslag voor DNA-isolatie
-
*Intrinsieke resistentie van HIV-2 t.o.v. enfurvitide [[http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/15117459 Poveda, 2004]];
+
<br>'''Wanneer beginnen met anti-retrovirale behandeling bij therapie-naïeve mensen met hiv-2 infectie?'''
-
*Gevoeligheid van HIV-2 voor PI is wisselend: beste PI lijken lopinavir, saquinavir en darunavir [[http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed?term=1545%5Bpage%5D+AND+desbois%5Bauthor%5D&cmd=detailssearch Desbois, 2008]; [http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed?term=298%5Bpage%5D+AND+brower%5Bfirst+author%5D&cmd=detailssearch Brower, 2008]];
+
-
*Over de effectiviteit van integraseremmers t.o.v. HIV-2 zijn weinig beschikbare data [[http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed?term=914%5Bpage%5D+AND+Roquebert%5Bfirst+author%5D&cmd=detailssearch Roquebert, 2008]];
+
-
*De effectiviteit van maraviroc tov HIV-2: weinig beschikbare data met wisselende resultaten. Er is geen test om tropisme van HIV-2 vast te stellen.
+
-
*Amprenavir en waarschijnlijk ook fosamprenavir zijn niet werkzaam tegen HIV-2 [[http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed?term=604%5Bpage%5D+AND+ntemgwa+m%5Bauthor%5D&cmd=detailssearch Ntemgwa, 2007]].
+
-
'''[[Literatuur 8|Literatuurlijst]]'''
+
*altijd bij symptomatische ziekte
 +
*CD4+ Ly &lt;500/mm<sup>3</sup>
 +
*daling van het aantal CD4+ Ly &gt; 30 cellen per jaar over een periode van 3 jaar
 +
*bij herhaling meetbaar hiv-2-RNA
 +
*co-morbiditeit, b.v. chronische hepatitis B
-
<br>  
+
<br>'''Keuze van anti-retrovirale therapie bij therapie-naïeve volwassene met hiv-2 infectie'''<br> <br>Initieel regime bestaat uit twee NRTI’s en het derde middel:
-
====== ''Deze pagina is vastgesteld op 31 augustus 2010 en verlengd op 14 december 2010. Een tekstuele aanpassing is gedaan op 13 april 2011.'' ======
+
*een integraseremmer (voorkeur) of
 +
*een gebooste proteaseremmer die effectief is tegen hiv-2 (darunavir, lopinavir, saquinavir)
 +
 
 +
<br>De volgende anti-retrovirale middelen moeten bij behandeling van hiv-2 worden vermeden:
 +
 
 +
*alle non-nucleos(t)ide reverse transcriptaseremmers
 +
*enfuvirtide
 +
*atazanavir (dit geldt ook voor de niet meer verkrijgbare middelen fosamprenavir, indinavir, nelfinavir, tipranavir)
 +
 
 +
<br>Hiv-2-RNA monitoring bij behandelde patiënten:
 +
 
 +
*in het eerste jaar elke drie maanden,
 +
*vanaf jaar 2 opgeleide van respons, het aantal CD4+Ly en de therapietrouw, minimaal 2 keer per jaar.
 +
 
 +
<br>Let op: bij hiv-2 infectie kan daling van het aantal CD4 cellen een uiting zijn van therapiefalen ook al is hiv-2-RNA in plasma ondetecteerbaar. <br> <br>'''Anti-retrovirale therapie bij voorbehandelde mensen met hiv-2'''<br>Door de complexiteit van de behandeling van hiv-2 wordt geadviseerd om over tweedelijns regimes altijd te overleggen met arts-viroloog.

Versie op 28 apr 2021 12:32

Door de werkgroep wordt gekozen om bij behandeling van mensen met hiv-2 infectie af te wijken van de DHHS-richtlijn (update: december 2019).
Adviezen met betrekking tot de behandeling en monitoring van patiënten met hiv-2 infectie zijn gebaseerd op het artikel van Berzow et al., Clin Infectious Dis, 2021, waar experts uit meerdere Europese landen aan hebben meewerkt.

Monitoring van therapie-naïeve mensen met hiv-2 infectie

  • aantal CD4+ Ly 2-4 keer per jaar, afhankelijk van de klinische conditie, de vorige resultaten en de snelheid van de daling
  • plasma hiv-2-RNA (viral load) kwantitatief 2-4 keer per jaar (N. B. de commerciële hiv-1 RNA testen zijn niet geschikt om hiv-2 te meten, gaarne materialen opsturen naar het Erasmus MC voor de specifieke hiv-2 viral load assay)
  • Hiv-2 genotypering wordt aanbevolen
  • overweeg PBMC opslag voor DNA-isolatie


Wanneer beginnen met anti-retrovirale behandeling bij therapie-naïeve mensen met hiv-2 infectie?

  • altijd bij symptomatische ziekte
  • CD4+ Ly <500/mm3
  • daling van het aantal CD4+ Ly > 30 cellen per jaar over een periode van 3 jaar
  • bij herhaling meetbaar hiv-2-RNA
  • co-morbiditeit, b.v. chronische hepatitis B


Keuze van anti-retrovirale therapie bij therapie-naïeve volwassene met hiv-2 infectie

Initieel regime bestaat uit twee NRTI’s en het derde middel:

  • een integraseremmer (voorkeur) of
  • een gebooste proteaseremmer die effectief is tegen hiv-2 (darunavir, lopinavir, saquinavir)


De volgende anti-retrovirale middelen moeten bij behandeling van hiv-2 worden vermeden:

  • alle non-nucleos(t)ide reverse transcriptaseremmers
  • enfuvirtide
  • atazanavir (dit geldt ook voor de niet meer verkrijgbare middelen fosamprenavir, indinavir, nelfinavir, tipranavir)


Hiv-2-RNA monitoring bij behandelde patiënten:

  • in het eerste jaar elke drie maanden,
  • vanaf jaar 2 opgeleide van respons, het aantal CD4+Ly en de therapietrouw, minimaal 2 keer per jaar.


Let op: bij hiv-2 infectie kan daling van het aantal CD4 cellen een uiting zijn van therapiefalen ook al is hiv-2-RNA in plasma ondetecteerbaar.

Anti-retrovirale therapie bij voorbehandelde mensen met hiv-2
Door de complexiteit van de behandeling van hiv-2 wordt geadviseerd om over tweedelijns regimes altijd te overleggen met arts-viroloog.