Screening cervixcarcinoom
Uit Richtlijnen HIV
Cervix cytologie bij mensen met hiv: start screening en follow-up
Start screening:
- < 30 jaar: Screening met een PAP-test dient gestart te worden binnen een jaar na de sexarche onafhankelijk van de hiv-transmissiewijze, maar niet later dan 21 jaar. Bij vrouwen tussen de 21 en 30 jaar dient screening bij de hiv-diagnose te geschieden.
- > 30 jaar: Screening met een PAP-test bij voorkeur met hrHPV-bepaling dient bij hiv-diagnose te geschieden.
Follow-up screening na PAP 1 en hrHPV negatief:
- < 30 jaar: Jaarlijks cervixcytologie zonder hrHPV-bepailng (dan ook inspectie vulva en anus op VIN of AIN). Indien 3x PAP 1, dan controle elke 3 jaar tot 30e jaar.
- > 30 jaar: Jaarlijkse cervixcytologie bij voorkeur met hrHPV-bepaling (dan ook inspectie vulva en anus op VIN of AIN). Indien er geen hrHPV-test beschikbaar is: na 3x PAP 1, controle elke 3 jaar.
Indien additionele HPV-bepaling: PAP 1 en hrHPV negatief: volgende controle 3 jaar later
Follow-up afwijkende PAP test of hrHPV positief: door gynaecoloog:
- PAP 1 en hrHPV positief: volgende controle 1 jaar later
- PAP 2 en hrHPV negatief: volgende controle 1 jaar later
- Indien PAP 2 en hrHPV positief: controle na 6 maanden herhalen, beleid via gynaecoloog
- Indien > PAP 2, ongeacht hrHPV status : beleid via gynaecoloog
Periode van screening:
- In principe levenslang na vaststellen van hiv-diagnose.
- Bij vrouwen van 65 jaar en ouder kan overwogen worden om te stoppen met de screening als er minimaal 3 keer een PAP 1 werd vastgesteld, hrHPV negatief was en er geen risicofactoren bestaan om hrHPV besmet te raken (expert opinion).
Flowdiagram. Follow-up van cervixcytologie bij vrouwen in de leeftijd > 30 jaar in combinatie met hrHPV bepaling.
Behandeling van afwijkingen:
- De behandeling van cervicale afwijkingen bij mensen met hiv verschilt niet van die van mensen zonder hiv, derhalve: verwijzen naar landelijke richtlijn Cervicale intra-epitheliale neoplasie (CIN).