Richtlijn HIV
Deze pagina is het laatst bewerkt op 9 nov 2023 om 15:22. | Deze pagina is 33.610 maal bekeken.

Hiv-2 bij volwassenen: Behandeling en monitoring

Uit Richtlijnen HIV

(Verschil tussen bewerkingen)
Ga naar: navigatie, zoeken
 
(11 tussenliggende versies worden niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
-
De werkgroep verwijst hierbij naar de [https://aidsinfo.nih.gov/guidelines/brief-html/1/adult-and-adolescent-arv/24/hiv-2-infection Amerikaanse richtlijnen]&nbsp;(update december 2019)<span style="font-size: 13.28px;">.</span>
+
Door de werkgroep wordt gekozen om bij behandeling van mensen met een hiv-2 infectie af te wijken van de [https://clinicalinfo.hiv.gov/en/guidelines/adult-and-adolescent-arv/hiv-2-infection DHHS-richtlijn]. <br>Adviezen met betrekking tot de behandeling en monitoring van patiënten met een hiv-2 infectie zijn gebaseerd op het artikel van [https://clinicalinfo.hiv.gov/en/guidelines/adult-and-adolescent-arv/hiv-2-infection Berzow et al., Clin Infectious Dis, 2021], waar experts uit meerdere Europese landen aan hebben meegewerkt. <br> <br>'''Monitoring van therapie-naïeve mensen met een hiv-2 infectie'''
 +
 
 +
*CD4-aantal 2-4 keer per jaar, afhankelijk van de klinische conditie, de vorige resultaten en de snelheid van een eventuele daling;
 +
*Plasma hiv-2-RNA (viral load) kwantitatief minimaal 2 keer per jaar (specifieke hiv-2 viral load assay);
 +
*Hiv-2 genotypering wordt aanbevolen;
 +
*Overweeg PBMC opslag voor DNA-isolatie.
 +
 
 +
<br>'''Wanneer beginnen met antiretrovirale behandeling bij therapie-naïeve mensen met een hiv-2 infectie?'''
 +
 
 +
*Altijd bij symptomatische ziekte;
 +
*CD4 &lt; 500/mm<sup>3</sup>;*Daling CD4 &gt; 30 cellen per jaar over een periode van 3 jaar;
 +
*Bij herhaling meetbaar hiv-2-RNA;
 +
*Co-morbiditeit, bijv. chronische hepatitis B.
 +
 
 +
<br>'''Keuze van antiretrovirale therapie bij therapie-naïeve volwassene met een hiv-2 infectie'''<br> <br>Initieel regime bestaat uit twee NRTI’s en het derde middel:
 +
 
 +
*Een integraseremmer (voorkeur) of;
 +
*Een gebooste proteaseremmer die effectief is tegen hiv-2 (darunavir, lopinavir, saquinavir).
 +
 
 +
<br>De volgende antiretrovirale middelen moeten bij behandeling van hiv-2 worden vermeden:  
 +
 
 +
*Alle NNRTI's;
 +
*Atazanavir (dit geldt ook voor de niet meer verkrijgbare middelen fosamprenavir, indinavir, nelfinavir, tipranavir);
 +
*Enfuvirtide.
 +
 
 +
<br>Hiv-2-RNA monitoring bij behandelde patiënten:
 +
 
 +
*In het eerste jaar elke drie maanden;
 +
*Vanaf jaar 2 op geleide van respons, CD4-aantal en therapietrouw, minimaal 2 keer per jaar.
 +
 
 +
<br>Let op: bij een hiv-2 infectie kan daling van het CD4-aantal een uiting zijn van therapiefalen ook al is hiv-2-RNA in plasma ondetecteerbaar. <br> <br>'''Antiretrovirale therapie bij voorbehandelde mensen met hiv-2'''<br>Door de complexiteit van de behandeling van mensen met een hiv-2 infectie wordt geadviseerd om over tweedelijns regimes altijd te overleggen met een arts-viroloog.

Huidige versie per 9 nov 2023 15:22

Door de werkgroep wordt gekozen om bij behandeling van mensen met een hiv-2 infectie af te wijken van de DHHS-richtlijn.
Adviezen met betrekking tot de behandeling en monitoring van patiënten met een hiv-2 infectie zijn gebaseerd op het artikel van Berzow et al., Clin Infectious Dis, 2021, waar experts uit meerdere Europese landen aan hebben meegewerkt.

Monitoring van therapie-naïeve mensen met een hiv-2 infectie

  • CD4-aantal 2-4 keer per jaar, afhankelijk van de klinische conditie, de vorige resultaten en de snelheid van een eventuele daling;
  • Plasma hiv-2-RNA (viral load) kwantitatief minimaal 2 keer per jaar (specifieke hiv-2 viral load assay);
  • Hiv-2 genotypering wordt aanbevolen;
  • Overweeg PBMC opslag voor DNA-isolatie.


Wanneer beginnen met antiretrovirale behandeling bij therapie-naïeve mensen met een hiv-2 infectie?

  • Altijd bij symptomatische ziekte;
  • CD4 < 500/mm3;*Daling CD4 > 30 cellen per jaar over een periode van 3 jaar;
  • Bij herhaling meetbaar hiv-2-RNA;
  • Co-morbiditeit, bijv. chronische hepatitis B.


Keuze van antiretrovirale therapie bij therapie-naïeve volwassene met een hiv-2 infectie

Initieel regime bestaat uit twee NRTI’s en het derde middel:

  • Een integraseremmer (voorkeur) of;
  • Een gebooste proteaseremmer die effectief is tegen hiv-2 (darunavir, lopinavir, saquinavir).


De volgende antiretrovirale middelen moeten bij behandeling van hiv-2 worden vermeden:

  • Alle NNRTI's;
  • Atazanavir (dit geldt ook voor de niet meer verkrijgbare middelen fosamprenavir, indinavir, nelfinavir, tipranavir);
  • Enfuvirtide.


Hiv-2-RNA monitoring bij behandelde patiënten:

  • In het eerste jaar elke drie maanden;
  • Vanaf jaar 2 op geleide van respons, CD4-aantal en therapietrouw, minimaal 2 keer per jaar.


Let op: bij een hiv-2 infectie kan daling van het CD4-aantal een uiting zijn van therapiefalen ook al is hiv-2-RNA in plasma ondetecteerbaar.

Antiretrovirale therapie bij voorbehandelde mensen met hiv-2
Door de complexiteit van de behandeling van mensen met een hiv-2 infectie wordt geadviseerd om over tweedelijns regimes altijd te overleggen met een arts-viroloog.