Richtlijn HIV
Deze pagina is het laatst bewerkt op 18 feb 2016 om 21:38. | Deze pagina is 32.631 maal bekeken.

Controle van mensen met antiretrovirale behandeling

Uit Richtlijnen HIV

Versie op 18 feb 2016 21:38 van Mtuut (Overleg | bijdragen)
Ga naar: navigatie, zoeken
  • Bloedbeeld:
    • Hb;
    • MCV;
    • Leukocyten;
    • Trombocyten;
  • Leverenzymen:
    • ALAT;
    • Alkalische fosfatase;
    • γGT;
  • Nierfunctie: creatinine;
  • HIV-RNA: eenmaal in de eerste 3 maanden; indien HIV-1 RNA onmeetbaar laag: tweemaal per jaar;
  • CD4-cellen indien CD4 <350 cells/mm3 bij elke controle, anders minder frequent (een á twee maal per jaar);
  • Minimaal een keer per jaar:
    • Glucose;
    • Cholesterol;
    • Triglyceriden;
    • Urine eiwit
    • Bloeddruk meten
  • Op indicatie:
    • HDL-cholesterol;
    • LDL-cholesterol;
    • Cardiovasculair risico profiel opmaken;
    • In een laag-risicogroep met betrekking tot cardiovasculaire aandoeningen kan met minder frequente controle van lipiden worden volstaan;
  • Een keer per jaar:
    • TPHA/VDRL;
    • HCV-IgG bij MSM met risicogedrag;
  • PAP smear: één keer per jaar; bij drie opeenvolgende negatieve uitslagen kan met screening eens per drie jaar worden volstaan.

Controlefrequentie van patiënten op antiretrovirale therapie

  • Eerste controle na instellen therapie na 4-6 weken;
  • Minimaal 3 keer per jaar indien CD4 aantal <350 cells/mm3 en/of detectable HIV-RNA; 
  • Minimaal 2 keer per jaar indien stabiel ingesteld met CD4 aantal >350 cells/mm3 en HIV-RNA <50 kopieën/mL gedurende 6 maanden.



De historie van deze pagina vindt u hier.