Richtlijn HIV
Deze pagina is het laatst bewerkt op 9 nov 2023 om 14:24. | Deze pagina is 35.050 maal bekeken.

Resistentiebepalingen

Uit Richtlijnen HIV

(Verschil tussen bewerkingen)
Ga naar: navigatie, zoeken
Regel 1: Regel 1:
-
Voor een uitgebreide beschrijving en advies ten aanzien van resistentiebepalingen verwijst de werkgroep naar de aanbevelingen van het [https://www.iasusa.org/2018/07/20/human-immunodeficiency-virus-drug-resistance-2018-recommendations-of-the-international-antiviral-society-usa-panel/ International Antiviral Society-USA panel].<br>Deze website bevat tevens een bijgewerkt overzicht van de belangrijke [https://www.iasusa.org/wp-content/uploads/2018/01/2017-drug-resistance-mutations-figures.pdf resistentie-geassocieerde mutaties].
+
Het hoofdstuk over de resistentietesting uit de [https://aidsinfo.nih.gov/guidelines/html/1/adult-and-adolescent-arv/6/drug-resistance-testing DHHS richtlijn]&nbsp;(oktober 2018) wordt overgenomen met de volgende opmerkingen:
-
Voor een overzicht van goed bruikbare interpretatie systemen verwijst de werkgroep naar de [http://www.europeanaidsclinicalsociety.org/55-2 European Hiv Drug Resistance Guidelines].&nbsp;Deze website bevat tevens een beknopt overzicht met aanbevelingen ten aanzien van resistentietesten. Deze aanbevelingen zijn in overeenstemming met die van de IAS-USA. <br>
+
*Bij therapie-ervaren patiënten: de resistentiebepaling moet worden overwogen bij patiënten met HIV RNA tussen 200 en 1000 kopiën/mL, in tegenstelling tot de DHHS richtlijn die deze bepaling bij HIV RNA tussen 500 en 1000 kopiën/mL adviseert. Met de huidige technieken is de kans heel groot dat de genotypering ook bij HIV RNA tussen 200 en 500 kopiën/mL succesvol zal zijn.
 +
*Co-receptorbepaling:
 +
 
 +
o de genotypische tropismebepaling heeft voorkeur om het HIV-1 coreceptorgebruik te bepalen.<br>o de fenotypische tropismebepaling kan als een alternatief worden overwogen<br>o bij patiënten met ondetecteerbare HIV RNA kan een genotypische tropismebepaling worden gebruikt indien het gebruik van de CCR5 antagonist wordt overwogen.  
 +
 
 +
<br>

Versie op 31 mrt 2020 09:15

Het hoofdstuk over de resistentietesting uit de DHHS richtlijn (oktober 2018) wordt overgenomen met de volgende opmerkingen:

  • Bij therapie-ervaren patiënten: de resistentiebepaling moet worden overwogen bij patiënten met HIV RNA tussen 200 en 1000 kopiën/mL, in tegenstelling tot de DHHS richtlijn die deze bepaling bij HIV RNA tussen 500 en 1000 kopiën/mL adviseert. Met de huidige technieken is de kans heel groot dat de genotypering ook bij HIV RNA tussen 200 en 500 kopiën/mL succesvol zal zijn.
  • Co-receptorbepaling:

o de genotypische tropismebepaling heeft voorkeur om het HIV-1 coreceptorgebruik te bepalen.
o de fenotypische tropismebepaling kan als een alternatief worden overwogen
o bij patiënten met ondetecteerbare HIV RNA kan een genotypische tropismebepaling worden gebruikt indien het gebruik van de CCR5 antagonist wordt overwogen.