Richtlijn HIV
Deze pagina is het laatst bewerkt op 9 nov 2023 om 14:24. | Deze pagina is 34.656 maal bekeken.

Resistentiebepalingen

Uit Richtlijnen HIV

(Verschil tussen bewerkingen)
Ga naar: navigatie, zoeken
(12 tussenliggende versies worden niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
-
Voor een uitgebreide beschrijving en advies ten aanzien van resistentie bepalingen verwijst de werkgroep naar de aanbevelingen van het [http://www.iasusa.org/pub/resistance2008.pdf International AIDS Society-USA panel].<br>Deze website bevat tevens een bijgewerkt overzicht van de belangrijke [http://www.iasusa.org/resistance_mutations/mutations_figures.pdf resistentie-geassocieerde mutaties].
+
Het hoofdstuk over de resistentietesting uit de [https://clinicalinfo.hiv.gov/en/guidelines/adult-and-adolescent-arv/drug-resistance-testing?view=full DHHS richtlijn]&nbsp;(update oktober 2018) wordt overgenomen met de volgende opmerkingen:  
-
Voor een overzicht van goed bruikbare interpretatie systemen verwijst de werkgroep naar de [http://www.europeanaidsclinicalsociety.org/The%20European%20HIV%20Drug%20Resistance%20Guidelines%202009%20Update.pdf European HIV Drug Resistance Guidelines].&nbsp;Deze website bevat tevens een beknopt overzicht met aanbevelingen ten aanzien van resistentie testen. Deze aanbevelingen zijn in overeenstemming met die van de IAS-USA. '''<br>'''
+
*Bij therapie-ervaren patiënten: de resistentiebepaling moet worden overwogen bij patiënten met HIV RNA tussen 200 en 1000 kopieën/mL, in tegenstelling tot de DHHS richtlijn die deze bepaling bij HIV RNA tussen 500 en 1000 kopieën/mL adviseert. Met de huidige technieken is de kans heel groot dat de genotypering ook bij HIV RNA tussen 200 en 500 kopieën/mL succesvol zal zijn.  
 +
*Co-receptorbepaling:
 +
**de genotypische tropismebepaling heeft voorkeur om het HIV-1 coreceptorgebruik te bepalen.  
 +
**de fenotypische tropismebepaling kan als een alternatief worden overwogen.  
 +
**bij patiënten met ondetecteerbare HIV RNA kan een genotypische tropismebepaling worden gebruikt indien het gebruik van de CCR5 antagonist wordt overwogen.
-
<br>  
+
<br>
-
 
+
-
====== ''Deze pagina is vastgesteld op 31 augustus 2010 en verlengd op 14 december 2010.'' ======
+

Versie op 24 sep 2020 06:58

Het hoofdstuk over de resistentietesting uit de DHHS richtlijn (update oktober 2018) wordt overgenomen met de volgende opmerkingen:

  • Bij therapie-ervaren patiënten: de resistentiebepaling moet worden overwogen bij patiënten met HIV RNA tussen 200 en 1000 kopieën/mL, in tegenstelling tot de DHHS richtlijn die deze bepaling bij HIV RNA tussen 500 en 1000 kopieën/mL adviseert. Met de huidige technieken is de kans heel groot dat de genotypering ook bij HIV RNA tussen 200 en 500 kopieën/mL succesvol zal zijn.
  • Co-receptorbepaling:
    • de genotypische tropismebepaling heeft voorkeur om het HIV-1 coreceptorgebruik te bepalen.
    • de fenotypische tropismebepaling kan als een alternatief worden overwogen.
    • bij patiënten met ondetecteerbare HIV RNA kan een genotypische tropismebepaling worden gebruikt indien het gebruik van de CCR5 antagonist wordt overwogen.