Richtlijn HIV
Deze pagina is het laatst bewerkt op 9 nov 2023 om 14:24. | Deze pagina is 35.013 maal bekeken.

Resistentiebepalingen

Uit Richtlijnen HIV

(Verschil tussen bewerkingen)
Ga naar: navigatie, zoeken
(Nieuwe pagina aangemaakt met '<span style="background-color: #ffff00">'''KEES BRINKMAN VRAAGT SUZANNE JURRIAANS OF DEZE PARAGRAAF NOG ACTUEEL IS.'''</span> <span style="background-color: #ffff00">…')
(20 tussenliggende versies worden niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
-
<span style="background-color: #ffff00">'''KEES BRINKMAN VRAAGT SUZANNE JURRIAANS OF DEZE PARAGRAAF NOG ACTUEEL IS.'''</span>
+
Het hoofdstuk over de resistentietesting uit de [https://clinicalinfo.hiv.gov/en/guidelines/adult-and-adolescent-arv/drug-resistance-testing?view=full DHHS richtlijn]&nbsp;(update oktober 2018) wordt overgenomen met de volgende opmerkingen:
-
<span style="background-color: #ffff00">'''ALS JA: MOET HIER VERWEZEN WORDEN NAAR DE 'OUDE' NEDERLANDSE RICHTLIJN? '''</span>'''<br>'''
+
*Bij therapie-ervaren patiënten: de resistentiebepaling moet worden overwogen bij patiënten met HIV RNA tussen 200 en 1000 kopieën/mL, in tegenstelling tot de DHHS richtlijn die deze bepaling bij HIV RNA tussen 500 en 1000 kopieën/mL adviseert. Met de huidige technieken is de kans heel groot dat de genotypering ook bij HIV RNA tussen 200 en 500 kopieën/mL succesvol zal zijn.
 +
*Co-receptorbepaling:
 +
**de genotypische tropismebepaling heeft voorkeur om het HIV-1 coreceptorgebruik te bepalen.
 +
**de fenotypische tropismebepaling kan als een alternatief worden overwogen.
 +
**bij patiënten met ondetecteerbare HIV RNA kan een genotypische tropismebepaling worden gebruikt indien het gebruik van de CCR5 antagonist wordt overwogen.
 +
 
 +
<br>

Versie op 24 sep 2020 06:58

Het hoofdstuk over de resistentietesting uit de DHHS richtlijn (update oktober 2018) wordt overgenomen met de volgende opmerkingen:

  • Bij therapie-ervaren patiënten: de resistentiebepaling moet worden overwogen bij patiënten met HIV RNA tussen 200 en 1000 kopieën/mL, in tegenstelling tot de DHHS richtlijn die deze bepaling bij HIV RNA tussen 500 en 1000 kopieën/mL adviseert. Met de huidige technieken is de kans heel groot dat de genotypering ook bij HIV RNA tussen 200 en 500 kopieën/mL succesvol zal zijn.
  • Co-receptorbepaling:
    • de genotypische tropismebepaling heeft voorkeur om het HIV-1 coreceptorgebruik te bepalen.
    • de fenotypische tropismebepaling kan als een alternatief worden overwogen.
    • bij patiënten met ondetecteerbare HIV RNA kan een genotypische tropismebepaling worden gebruikt indien het gebruik van de CCR5 antagonist wordt overwogen.