Controles van mensen met hiv (polikliniek)
Uit Richtlijnen HIV
Bij eerste consult bij HIV-seropositieve patiënt
Bij instellen op antiretrovirale therapie
Eerste controle na instellen op anti-retrovirale therapie 4-6 weken na start
Controle van patiënten op antiretrovirale therapie
- Bloedbeeld:
- Hb;
- MCV;
- Leukocyten;
- Trombocyten;
- Leverenzymen:
- ALAT;
- Alkalische fosfatase;
- γGT;
- Nierfunctie: creatinine;
- HIV-RNA bij elke controle;
- CD4-cellen indien CD4 <350 cells/mm3 bij elke controle, anders minder frequent (een á twee maal per jaar);
- Minimaal een keer per jaar:
- Glucose;
- Cholesterol;
- Triglyceriden;
- Bloeddruk meten
- Op indicatie:
- HDL-cholesterol;
- LDL-cholesterol;
- Cardiovasculair risico profiel opmaken;
- Een keer per jaar:
- TPHA/VDRL;
- PAP smear.
Controle van patiënten zonder antiretrovirale therapie
- Bloedbeeld:
- Hb;
- Leukocyten;
- Thrombocyten;
- Creatinine;
- CD4-cellen bij elke controle;
- HIV-RNA op indicatie, minimaal 1 keer per jaar;
- Minimaal een keer per jaar:
- Glucose;
- Cholesterol;
- Triglyceriden;
- HDL-cholesterol;
- LDL-cholesterol;
- Bloeddruk meten;
- Cardiovasculair risico profiel opmaken;
- Een keer per jaar:
- TPHA/VDRL;
- PAP smear.
Controlefrequentie van patiënten op antiretrovirale therapie
- Eerste controle na instellen therapie na 4-6 weken;
- Minimaal 3 keer per jaar indien CD4 aantal <350 cells/mm3 en/of detectable HIV-RNA;
- Minimaal 2 keer per jaar indien stabiel ingesteld met CD4 aantal >350 cells/mm3 en HIV-RNA <50 kopieën/mL gedurende 6 maanden.
Controle frequentie van patiënten niet op antiretrovirale therapie
- Minimaal 2 keer per jaar, afhankelijk van CD4 aantal.
Bovenstaande aanbevelingen zijn routine controles. Overige bepalingen zijn op indicatie mogelijk.