Controles van mensen met hiv (polikliniek)

Uit Richtlijnen HIV

Versie op 7 jul 2010 11:48

Bij eerste consult bij HIV-seropositieve patiënt

Lichamelijk onderzoek

• Lengte;
• Gewicht;
• Bloeddruk;
• Pols;
• Bereken BMI;
• Volledig lichamelijk onderzoek. Let vooral op:
  • Huidafwijkingen;
  • Keel;
  • Lymfeklieren;
• Onderzoek genitalia externa volledig;
• Op indicatie:
  • Buikomvang;
  • Rectaal onderzoek;
  • Oriënterend neurologisch onderzoek.

Laboratoriumonderzoek

• Bloedbeeld:
  • Hb;
  • MCV;
  • Leukocyten;
  • Trombocyten;
• Leverenzymen:
  • ALAT;
  • Alkalische fosfatase;
  • γGT; 
• Nierfunctie:
  • Creatinine;
  • Urine leuco’s/ery’s;
  • Urine albumine;
• Glucose;
• Totaal cholesterol;
• Triglyceriden;
• HIV-RNA;
• CD4-cellen;
• Serologie:
  • HAV;
  • HBV;
  • HCV;
  • TPHA/VDRL;
• Op indicatie:
  • X-thorax;
  • Mantoux reactie;
  • Leverenzymen: LDH;
  • LDL-cholesterol;
  • HDL-cholesterol;
  • SOA screening;
  • Serologie VZV bijvoorbeeld bij mensen uit laag endemische gebieden;
  • Resistentiebepaling.
  • CD8-cellen;
  • CD4/CD8-ratio;
• Er moet een gedocumenteerde bevestiging van de HIV-test (+ Western blot) zijn, zowel HIV-1 als HIV-2;

Consulten

• Afdeling gynaecologie/huisarts:
  • Gynaecologisch onderzoek + PAP smear;
  • PAP smear (interval van herhalen afhankelijk van uitslag);
• Consult oogarts: bij CD4-cellen < 100/mm³;
• Op indicatie behandeling voor overgewicht en/of verslavingszorg (alcohol, nicotine, drugs).

Bij instellen op antiretrovirale therapie

Laboratoriumonderzoek

• Conform eerste consult (minus serologie);
• Bij instellen op tenofovir:
  • Berekening creatinine klaring (formule Cockcroft en Gault of met 24 uur urine creatinine bepaling, of anders);
  • Na;
  • K;
  • Ca;
  • Fosfaat;
• Bij instellen op nevirapine op week 2 en 4 na start:
  • ALAT;
  • Alkalische fosfatase;
  • γGT;
• Resistentiepatroon (op enig moment voor start van de therapie).

Eerste controle na instellen op anti-retrovirale therapie 4-6 weken na start

• Bloedbeeld:
  • Hb;
  • MCV;
  • Leukocyten;
  • Trombocyten;
• Leverenzymen:
  • ALAT;
  • Alkalische fosfatase;
  • γGT;
  • LDH;
• Nierfunctie: creatinine;
• Glucose;
• Triglyceriden;
• HIV-RNA;
• Op indicatie:
  • Bloedspiegels;
  • Op indicatie: totaal cholesterol.

Controle van patiënten op antiretrovirale therapie

• Bloedbeeld:
  • Hb;
  • MCV;
  • Leukocyten;
  • Trombocyten;
• Leverenzymen:
  • ALAT;
  • Alkalische fosfatase;
  • γGT;
• Nierfunctie: creatinine;
• HIV-RNA bij elke controle;
• CD4-cellen indien CD4 <350 cells/mm³ bij elke controle, anders minder frequent (een á twee maal per jaar);
• Minimaal een keer per jaar:
  • Glucose;
  • Cholesterol;
  • Triglyceriden;
  • Bloeddruk meten
• Op indicatie:
  • HDL-cholesterol;
  • LDL-cholesterol;
  • Cardiovasculair risico profiel opmaken;
• Een keer per jaar:
  • TPHA/VDRL;
  • PAP smear.

Controle van patiënten zonder antiretrovirale therapie

• Bloedbeeld:
• Hb;
  • Leukocyten;
  • Thrombocyten;
  • Creatinine;
  • CD4-cellen bij elke controle;
• HIV-RNA op indicatie, minimaal 1 keer per jaar;
• Minimaal een keer per jaar:
  • Glucose;
  • Cholesterol;
  • Triglyceriden;
  • HDL-cholesterol;
  • LDL-cholesterol;
  • Bloeddruk meten;
  • Cardiovasculair risico profiel opmaken;
• Een keer per jaar:
  • TPHA/VDRL;
  • PAP smear.

Controlefrequentie van patiënten op antiretrovirale therapie

• Eerste controle na instellen therapie na 4-6 weken;
• Minimaal 3 keer per jaar indien CD4 aantal <350 cells/mm³ en/of detectable HIV-RNA; 
• Minimaal 2 keer per jaar indien stabiel ingesteld met CD4 aantal >350 cells/mm3 en HIV-RNA <50 kopieën/mL gedurende 6 maanden.

Controle frequentie van patiënten niet op antiretrovirale therapie

• Minimaal 2 keer per jaar, afhankelijk van CD4 aantal.

Bovenstaande aanbevelingen zijn routine controles. Overige bepalingen zijn op indicatie mogelijk.