Richtlijn HIV
Deze pagina is het laatst bewerkt op 9 nov 2023 om 15:33. | Deze pagina is 59.810 maal bekeken.

Hepatitis C

Uit Richtlijnen HIV

(Verschil tussen bewerkingen)
Ga naar: navigatie, zoeken
Regel 1: Regel 1:
-
<span style="background-color: #ffff99">'''KEES PAST DIT HOOFDSTUK NOG AAN'''</span>
+
De werkgroep verwijst hierbij naar de NEAT-richtlijn (submitted bij AIDS) en de in bewerking zijnde Nederlandse aanbeveling.
-
'''Acute hepatitis C (HCV) bij patiënten met een HIV coinfectie'''
+
Samengevat:<br>
{| border="1" cellspacing="1" cellpadding="1" width="100%"
{| border="1" cellspacing="1" cellpadding="1" width="100%"
|-
|-
-
| bgcolor="#cccccc" |
+
| '''waarmee behandelen:<br>'''- combinatie therapie: peginterferon alfa-2a/2b met ribavirine (op gewicht gedoseerd 800-1400 mg) (level III)<br>'''waarneer starten<sup>¶</sup>:'''<br>- binnen 12 weken na de diagnose van acute HCV (level III)<br>'''hoelang behandelen<sup>¥</sup>:<br>'''- bij een Rapid Virological Response (RVR, HCV-RNA ondetecteerbaar op week 4) dan 24 weken behandelen (level III)<br>- bij een &gt;2log10 daling op week 4 (t.o.v. baseline) en een complete Early Virological Response (cEVR, HCV-RNA ondetecteerbaar op week 12) dan 24 weken behandelen (level IV)<br>- als er geen RVR of cEVR is dan 48 weken behandelen (level III)
-
'''Waarmee behandelen:'''  
+
-
 
+
-
*Combinatietherapie met peginterferon alfa-2a/2b met ribavirine (op gewicht gedoseerd 800-1400 mg).
+
-
 
+
-
'''Wanneer starten:'''  
+
-
 
+
-
*Binnen 12 weken na de diagnose van acute HCV.
+
-
 
+
-
'''Hoelang behandelen:'''  
+
-
 
+
-
*48 weken behandeling, indien er sprake is van een rapid virological response (RVR) dan kan 24 weken behandeling overwogen worden.
+
-
 
+
|}
|}
-
'''&nbsp;'''
+
Belangrijke aandachtspunten cq. aanpassingen zijn:<br>¶: Gebaseerd op 1 abstract (Vogel et al. CROI 2010) adviseert de NEAT-richtlijn behandeling aan te bieden aan patiënten die op week 4 geen 2log10 daling van het HCV-RNA hebben. Er zijn geen studies die een betere SVR laten zien indien zeer vroeg na de diagnose wordt gestart met behandeling. De meeste studies starten behandeling binnen 12 weken na de diagnose.
-
'''Definitie diagnose <u>acute</u> HCV bij HIV-gecoinfecteerde patiënten<br>'''
+
¥: De NEAT-richtlijn baseert zich op een studie (Vogel et al. 2009) met een lower limit of detection of 600 IU/ml terwijl in Nederlandse ziekenhuizen sensitievere assays in gebruik zijn (lower limit of detection 15 tot 50 IU/ml). Om overbehandeling te voorkomen is er voor gekozen om patiënten met een goede initiële respons (2log daling op week 4) en HCV-RNA negatief op week 12 maar in totaal 24 weken te behandelen.<br>'''Literatuur'''<span style="display: none" id="1277880238982S" /><span style="display: none" id="1277880238982S" />
-
#Stijging transaminasen t.o.v. eerder bekende waarde;
 
-
#Aantoonbare HCV-RNA;
 
-
#Ig anti-HCV seroconversie met negatieve serologie in voorgaande 6 maanden tot 1 jaar.
 
-
<br>
+
<span style="display: none" id="1277880238982S"></span><span style="display: none" id="1277880238982S"></span>
-
'''Waarmee behandelen:'''<br>Een toegenomen incidentie van acute HCV bij HIV-geinfecteerde patiënten heeft de afgelopen jaren geleid tot de behoefte aan een evidence based richtlijn. In tegenstelling tot de onomstreden behandeling van acute HCV met peginterferon-alfa mono-therapie bij patiënten met een HCV mono-infectie ([http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/17244251 Calleri, 2007]; [http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed?term=1452%5Bpage%5D+AND+jaeckel%5Bfirst+author%5D&cmd=detailssearch Jaeckel, 2001]; [http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed?term=329%5Bpage%5D+AND+santantonio%5Bfirst+author%5D&cmd=detailssearch Santantonio, 2005]; [http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/16440367 Wiegand, 2006]), is de optimale behandeling voor acute HCV bij HIV-patiënten onduidelijk. Naast retrospectieve studies ([http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed?term=233%5Bpage%5D+AND+serpaggi%5Bfirst+author%5D&cmd=detailssearch Serpaggi, 2006]; [http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/15720537 Vogel, 2005]), conference abstracts (Danta et al. HIV Med. 2005;6:Suppl 1:40. en Fierer et al. 16th CROI 2009) en beschrijving van individuele patiënten ([http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed?term=466%5Bpage%5D+AND+Schulze+Zur+Wiesch%5Bfirst+author%5D&cmd=detailssearch Schulze zur Wisch, 2009]), zijn er in de afgelopen jaren 4 prospectieve studies (zie tabel) gepubliceerd naar het succes van peginterferon-alfa met of zonder ribavirine bij de behandeling van acute HCV bij HIV-gecoinfecteerde patiënten ([http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed?term=1157%5Bpage%5D+AND+Dominguez%5Bfirst+author%5D&cmd=detailssearch Dominguez, 2006]; [http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed?term=41%5Bpage%5D+AND+gilleece%5Bfirst+author%5D&cmd=detailssearch Gilleece, 2005]; [http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/19191653 Matthews, 2009]; [http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/17302380 Vogel, 2006]). [http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed?term=1157%5Bpage%5D+AND+Dominguez%5Bfirst+author%5D&cmd=detailssearch Dominguez et al]. (n=19) en [http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed?term=41%5Bpage%5D+AND+gilleece%5Bfirst+author%5D&cmd=detailssearch Gilleece et al]. (n=27) wachten spontane seroconversie af gedurende 12 weken waarna gestart werd met pegIFN-alfa in combinatie met ribavirine. Na een behandelduur van 24 weken werd een SVR van respectievelijk 71% en 59% bereikt. In de studie van [http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/17302380 Vogel et al]. werden 36 patiënten behandeld met ofwel pegIFN-alfa mono-therapie (n=11 voor 24 weken behandeling en n=4 voor 48 weken behandeling) ofwel combinatie-behandeling met pegIFN-alfa en op gewicht gedoseerd ribavirine (n=16 voor 24 weken behandeling en n=5 voor 48 weken behandeling). Spontane seroconversie werd niet afgewacht gezien het feit dat 42% van de patiënten binnen 4 weken na stellen van de diagnose werd behandeld. Gecombineerde 24- en 48-weekse behandeling laten een SVR van 80% zijn voor behandeling met pegIFN-alfa mono-therapie versus een SVR van 48% voor de pegIFN-alfa/ ribavirine behandeling. Dit verschil was niet significant waardoor gesteld kan worden dat pegIFN-alfa monotherapie qua effectiviteit vergelijkbaar lijkt met combinatie-therapie pegIFN-alfa/ribavirine. Door het kleine aantal patiënten in de verschillende armen cq. analyses (ribavirine, genotype, duur van de behandeling) dienen conclusies met enig voorbehoud getrokken te worden. De meest recente studie van [http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/19191653 Matthews et al]., in 27 patiënten, liet een SVR van 80% zien met pegIFN-alfa/ ribavirine therapie gedurende 24 weken. Opvallend aan deze studie was het feit dat ook patienten met een zogenoemde ´early chronic´ HCV-infectie werden geincludeerd. Verder bleek HCV-transmissie in bijna de helft van de patiënten niet via MSM-contact maar via iv drug gebruik te zijn gegaan. <br>De laatste studie van Schnuriger et al. onderzocht de HCV-specifieke T-cell respons in klaring van acute HCV bij HIV-gecoinfecteerde patiënten ([http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed?term=2079%5Bpage%5D+AND+schnuriger%5Bfirst+author%5D&cmd=detailssearch Schnuriger, 2009]). Van de 38 onderzochte patiënten werden er 20 behandeld met pegIFN-alfa en ribavirine nadat spontane klaring gedurende 12 weken was afgewacht. Een SVR werd bereikt in 65% van de patiënten. In tegenstelling tot de eerdere studies waren patiënten in deze studie geïnfecteerd met alleen genotype 1 of 4. <br>In Nederland is er een cohort (UMC Utrecht en UMC Groningen) met 19 HIV-geinfecteerde patiënten die behandeld zijn voor acute HCV met pegIFN-alfa mono-therapie. Analyse van dit cohort liet enerzijds een lage SVR van 26% procent zien terwijl er anderzijds een groot aantal patiënten (42%) een zgn. null-responder was (geen daling van het HCV-RNA) (Arends et al. 20th ESCMID 2010, Abstr. 2129). Daarnaast viel op dat er bij 3 patiënten met een RVR sprake was van een relapse na behandeling. In deze groep patiënten die geen SVR behaalden bleek de meerderheid van de patiënten drager te zijn van een IL28B polymorfisme. Concluderend, blijkt uit de beschikbare literatuur dat behandeling van acute HCV bij HIV-gecoinfecteerde patiënten met pegIFN-alfa/ ribavirine waarschijnlijk de voorkeur heeft boven pegIFN-alfa mono-therapie waardoor een SVR percentage van boven de 60% haalbaar is. Dit ligt aanmerkelijk hoger dan de succespercentages van chronische HCV-behandeling in HIV-gecoinfecteerde patiënten. Derhalve weegt een behandeling van acute HCV op tegen de nadelen van pegIFN-alfa/ribavirinebehandeling.<br><br>'''Wanneer starten:'''<br>Studies in patiënten met een acute HCV mono-infectie hebben aangetoond dat de grootste kans op spontane seroconversie binnen 12 weken na de diagnose is ([http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed?term=80%5Bpage%5D+AND+gerlach%5Bfirst+author%5D&cmd=detailssearch Gerlach, 2003]),&nbsp;terwijl uitstellen van de behandeling tot 1 jaar na diagnose een duidelijke slechtere SVR heeft dan behandeling starten na 8 weken (40% versus 81%) ([http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed?term=1213%5Bpage%5D+AND+nomura%5Bfirst+author%5D&cmd=detailssearch Nomura, 2004]).<br>De kans op spontane klaring van acute HCV bij HIV-gecoinfecteerde patienten is laag (rond de 10-15%) optredend in de eerste 12 weken na de diagnose ([http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed?term=1157%5Bpage%5D+AND+Dominguez%5Bfirst+author%5D&cmd=detailssearch Dominguez, 2006]; [http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed?term=41%5Bpage%5D+AND+gilleece%5Bfirst+author%5D&cmd=detailssearch Gilleece, 2005]; [http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/17302380 Vogel, 2006]; [http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed?term=2079%5Bpage%5D+AND+schnuriger%5Bfirst+author%5D&cmd=detailssearch Schnuriger, 2009]). In alle studies bij acute HCV/HIV gecoinfecteerde patiënten (behalve die van [http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/19191653 Matthews et al].) is behandeling gestart binnen 12 weken na de diagnose. Er zijn geen studies die het effect van vroeg versus late behandeling op de SVR onderzocht hebben in deze de stetting van acute HCV bij HIV-gecoinfecteerde patiënten.<br>Geadviseerd wordt, op basis van bovenstaande onderzoeken, om direct na het stellen van de diagnose acute HCV (zie definitie van acute HCV), spontane klaring af te wachten gedurende 12 weken. Indien dit niet optreedt wordt starten van de behandeling geadviseerd.
 
-
'''Hoelang behandelen: <br>'''De besproken prospectieve studies ([http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed?term=1157%5Bpage%5D+AND+Dominguez%5Bfirst+author%5D&cmd=detailssearch Dominguez, 2006]; [http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed?term=41%5Bpage%5D+AND+gilleece%5Bfirst+author%5D&cmd=detailssearch Gilleece, 2005]; [http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/17302380 Vogel, 2006]; [http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed?term=2079%5Bpage%5D+AND+schnuriger%5Bfirst+author%5D&cmd=detailssearch Schnuriger, 2009]) in acute HCV bij HIV-patiënten behandelden met uitzondering van [http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/17302380 Vogel et al]. allemaal 24 weken. De laatst genoemde studie vergeleek 24 versus 48 weken behandeling waarbij er een significant hogere SVR was in de patiënten die 48 weken werden behandeld. Lamberts et al. onderzochten retrospectief de invloed van de behandelduur op de SVR in 53 Amsterdamse HIV-patiënten met een acute HCV (17th CRIO 2010, abstr 641). Alle patiënten werden behandeld met pegIFN-alfa/ ribavirine waarmee een overall SVR werd behaald van 68%. Er was geen verschil in SVR tussen de groep patiënten die 24 of 48 weken werd behandeld. Van deze studie moet de full-paper nog worden afgewacht. In een recente review van Vogel et al.&nbsp;wordt gesproken over een Europese multicenter studie waarin 39 van de 42 HIV-patiënten met acute HCV (93%) die een RVR hadden (gedefinieerd in deze studie als &lt;600 IU/ml) ook een SVR bereikten na 24 weken behandeling ([http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/19861339 Vogel, 2010]). Deze studie is tot op heden nog niet gepubliceerd. <br>Concluderend, wordt geadviseerd acute HCV bij patiënten met een HIV-infectie gedurende 48 weken te behandelen. Indien er echter sprake is van een RVR, dan zou een behandelduur van 24 weken overwogen kunnen worden. <br><br>'''Tabel 1. Vergelijking van studieresultaten'''
 
-
{| border="1" cellspacing="1" cellpadding="1" width="100%"
 
-
|-
 
-
| bgcolor="#cccccc" |
 
-
| bgcolor="#cccccc" | Dominguez, 2006
 
-
| bgcolor="#cccccc" | Gilleece, 2005
 
-
| bgcolor="#cccccc" | Matthews, 2009
 
-
| bgcolor="#cccccc" | Vogel, 2006
 
-
| bgcolor="#cccccc" | Schnuriger, 2009
 
-
|-
 
-
| bgcolor="#cccccc" | Aantal behandelde patiënten
 
-
| bgcolor="#cccccc" | n = 19
 
-
| bgcolor="#cccccc" | n = 27
 
-
| bgcolor="#cccccc" | n = 27
 
-
| bgcolor="#cccccc" | n = 36
 
-
| bgcolor="#cccccc" | n = 20
 
-
|-
 
-
| bgcolor="#cccccc" | Type behandeling
 
-
| bgcolor="#cccccc" | pegIFN + ribavirine
 
-
| bgcolor="#cccccc" | pegIFN + ribavirine
 
-
| bgcolor="#cccccc" | pegIFN + ribavirine
 
-
| bgcolor="#cccccc" |
 
-
2 armen:
 
-
*pegIFN +&nbsp;RBV
 
-
*pegIFN mono
 
-
 
-
| bgcolor="#cccccc" | pegIFN + ribavirine
 
-
|-
 
-
| bgcolor="#cccccc" | Duur v.d. behandeling (weken)
 
-
| bgcolor="#cccccc" | 24
 
-
| bgcolor="#cccccc" | 24
 
-
| bgcolor="#cccccc" | 24
 
-
| bgcolor="#cccccc" | 24 of 48
 
-
| bgcolor="#cccccc" | 24
 
-
|-
 
-
| bgcolor="#cccccc" | Genotype
 
-
| bgcolor="#cccccc" | alle
 
-
| bgcolor="#cccccc" | alle
 
-
| bgcolor="#cccccc" | alle
 
-
| bgcolor="#cccccc" | alle
 
-
| bgcolor="#cccccc" | 1 en 4
 
-
|-
 
-
| bgcolor="#cccccc" | Median CD4 /&nbsp;% HAART
 
-
| bgcolor="#cccccc" | 345 / 93%
 
-
| bgcolor="#cccccc" | n.b. / 63%
 
-
| bgcolor="#cccccc" | 614 / 59%
 
-
| bgcolor="#cccccc" | 416 / 61%
 
-
| bgcolor="#cccccc" | 509 / 67%
 
-
|-
 
-
| bgcolor="#cccccc" | SVR
 
-
| bgcolor="#cccccc" | 71%
 
-
| bgcolor="#cccccc" | 59%
 
-
| bgcolor="#cccccc" | 80%
 
-
| bgcolor="#cccccc" |
 
-
*pegIFN + RBV:38% (24wk); 80% (48wk)
 
-
*pegIFN mono:73% (24wk); 100% (48wk)
 
-
 
-
| bgcolor="#cccccc" | 65%
 
-
|}
 
-
n.b. = niet bekend
 
-
<br>
 
-
&nbsp;'''Literatuur'''
+
<span style="font-family: &quot;arial","sans-serif"; font-size: 10pt; mso-ansi-language: nl"><o:p></o:p></span>
-
*[http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed?term=116%5Bpage%5D+AND+calleri%5Bfirst+author%5D&cmd=detailssearch Calleri G, Cariti G, Gaiottino F, De Rosa FG, Bargiacchi O, Audagnotto S, et al. A short course of pegylated interferon-alpha in acute HCV hepatitis. J Viral Hepat 2007; 14: 116-21.]
+
<span style="font-family: &quot;arial","sans-serif"; font-size: 10pt; mso-ansi-language: nl">Vogel M, Dominguez S, Bhagani S, Azwa A, Page E, Guiguet M, Valantin MA, Katlama C, Rockstroh JK, Nelson M. Treatment of acute HCV infection in HIV-positive patients: experience from a multicentre European cohort. Antivir Ther. 2010;15(2):267-79.</span>
-
*[http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed?term=1157%5Bpage%5D+AND+dominguez%5Bfirst+author%5D&cmd=detailssearch Dominguez S, Ghosn J, Valantin MA, Schruniger A, Simon A, Bonnard P, et al. Efficacy of early treatment of acute hepatitis C infection with pegylated interferon and ribavirin in HIV-infected patients. AIDS 2006; 20: 1157-61.]
+
-
*[http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed?term=80%5Bpage%5D+AND+gerlach%5Bfirst+author%5D&cmd=detailssearch Gerlach JT, Diepolder HM, Zachoval R, Gruener NH, Jung MC, Ulsenheimer A, et al. Acute hepatitis C: high rate of both spontaneous and treatment-induced viral clearance. Gastroenterology 2003; 125: 80-8.]
+
-
*[http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed?term=41%5Bpage%5D+AND+gilleece%5Bfirst+author%5D&cmd=detailssearch Gilleece YC, Browne RE, Asboe D, Atkins M, Mandalia S, Bower M, et al. Transmission of hepatitis C virus among HIV-positive homosexual men and response to a 24-week course of pegylated interferon and ribavirin. J Acquir Immune Defic Syndr 2005; 40: 41-6.]
+
-
*[http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed?term=1452%5Bpage%5D+AND+jaeckel%5Bfirst+author%5D&cmd=detailssearch Jaeckel E, Cornberg M, Wedemeyer H, Santantonio T, Mayer J, Zankel M, et al. Treatment of acute hepatitis C with interferon alfa-2b. N Engl J Med 2001; 345: 1452-7.]
+
-
*[http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/19191653 Matthews GV, Hellard M, Haber P, Yeung B, Marks P, Baker D, et al. Characteristics and treatment outcomes among HIV-infected individuals in the Australian Trial in Acute Hepatitis C. Clin Infect Dis 2009; 48: 650-8.]
+
-
*[http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed?term=1213%5Bpage%5D+AND+nomura%5Bfirst+author%5D&cmd=detailssearch Nomura H, Sou S, Tanimoto H, Nagahama T, Kimura Y, Hayashi J, et al. Short-term interferon-alfa therapy for acute hepatitis C: a randomized controlled trial. Hepatology 2004; 39: 1213-9.]
+
-
*[http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed?term=329%5Bpage%5D+AND+santantonio%5Bfirst+author%5D&cmd=detailssearch Santantonio T, Fasano M, Sinisi E, Guastadisegni A, Casalino C, Mazzola M, et al. Efficacy of a 24-week course of PEG-interferon alpha-2b monotherapy in patients with acute hepatitis C after failure of spontaneous clearance. J Hepatol 2005; 42: 329-33.]
+
-
*[http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed?term=466%5Bpage%5D+AND+Schulze+Zur+Wiesch%5Bfirst+author%5D&cmd=detailssearch Schulze Zur Wiesch J, Pieper D, Stahmer I, Eiermann T, Buggisch P, Lohse A, et al. Sustained virological response after early antiviral treatment of acute hepatitis C virus and HIV coinfection. Clin Infect Dis 2009; 49: 466-72.]
+
-
*[http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed?term=233%5Bpage%5D+AND+serpaggi%5Bfirst+author%5D&cmd=detailssearch Serpaggi J, Chaix ML, Batisse D, Dupont C, Vallet-Pichard A, Fontaine H, et al. Sexually transmitted acute infection with a clustered genotype 4 hepatitis C virus in HIV-1-infected men and inefficacy of early antiviral therapy. AIDS 2006; 20: 233-40.]
+
-
*[http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/15720537 Vogel M, Bieniek B, Jessen H, Schewe CK, Hoffmann C, Baumgarten A, et al. Treatment of acute hepatitis C infection in HIV-infected patients: a retrospective analysis of eleven cases. J Viral Hepat 2005; 12: 207-11.]
+
-
*[http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/17302380 Vogel M, Nattermann J, Baumgarten A, Klausen G, Bieniek B, Schewe K, et al. Pegylated interferon-alpha for the treatment of sexually transmitted acute hepatitis C in HIV-infected individuals. Antivir Ther 2006; 11: 1097-101.]
+
-
*[http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/19861339 Vogel M, Rockstroh JK. Treatment of acute hepatitis C in HIV infection. J Antimicrob Chemother 2010; 65: 4-9.]
+
-
*[http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/16440367 Wiegand J, Buggisch P, Boecher W, Zeuzem S, Gelbmann CM, Berg T, et al. Early monotherapy with pegylated interferon alpha-2b for acute hepatitis C infection: the HEP-NET acute-HCV-II study. Hepatology 2006; 43: 250-6.]
+

Versie op 30 jun 2010 06:45

De werkgroep verwijst hierbij naar de NEAT-richtlijn (submitted bij AIDS) en de in bewerking zijnde Nederlandse aanbeveling.

Samengevat:

waarmee behandelen:
- combinatie therapie: peginterferon alfa-2a/2b met ribavirine (op gewicht gedoseerd 800-1400 mg) (level III)
waarneer starten:
- binnen 12 weken na de diagnose van acute HCV (level III)
hoelang behandelen¥:
- bij een Rapid Virological Response (RVR, HCV-RNA ondetecteerbaar op week 4) dan 24 weken behandelen (level III)
- bij een >2log10 daling op week 4 (t.o.v. baseline) en een complete Early Virological Response (cEVR, HCV-RNA ondetecteerbaar op week 12) dan 24 weken behandelen (level IV)
- als er geen RVR of cEVR is dan 48 weken behandelen (level III)

Belangrijke aandachtspunten cq. aanpassingen zijn:
¶: Gebaseerd op 1 abstract (Vogel et al. CROI 2010) adviseert de NEAT-richtlijn behandeling aan te bieden aan patiënten die op week 4 geen 2log10 daling van het HCV-RNA hebben. Er zijn geen studies die een betere SVR laten zien indien zeer vroeg na de diagnose wordt gestart met behandeling. De meeste studies starten behandeling binnen 12 weken na de diagnose.

¥: De NEAT-richtlijn baseert zich op een studie (Vogel et al. 2009) met een lower limit of detection of 600 IU/ml terwijl in Nederlandse ziekenhuizen sensitievere assays in gebruik zijn (lower limit of detection 15 tot 50 IU/ml). Om overbehandeling te voorkomen is er voor gekozen om patiënten met een goede initiële respons (2log daling op week 4) en HCV-RNA negatief op week 12 maar in totaal 24 weken te behandelen.
Literatuur<span style="display: none" id="1277880238982S" /><span style="display: none" id="1277880238982S" />





<o:p></o:p>

Vogel M, Dominguez S, Bhagani S, Azwa A, Page E, Guiguet M, Valantin MA, Katlama C, Rockstroh JK, Nelson M. Treatment of acute HCV infection in HIV-positive patients: experience from a multicentre European cohort. Antivir Ther. 2010;15(2):267-79.